Leerkrachten van De Kerkuil, Het Kleurenorkest en De Nieuwe Draai weten er alles van: deze kindcentra ontvingen de afgelopen jaren een kritische beoordeling van de Onderwijsinspectie. En dat ging ze niet in de koude kleren zitten. Ze schoven aan voor een waardevol groepsgesprek.
Verbijstering en rouw
“Wij waren een beetje lamgeslagen en behoorlijk in rouwstemming”, geeft Marjolein Bruijns van Het Kleurenorkest toe. “We kregen een ‘zeer zwak’ omdat de toetsresultaten van groep 8 niet toereikend waren - en de plannen om dit te verbeteren niet navolgbaar genoeg.” Daan Groot, leerkracht van groep 8, voegt toe: “Het rapport was heel negatief en de moed zakte ons in de schoenen. De inspectie kijkt alleen naar wat meetbaar is, terwijl er veel meer factoren meespelen in de ontwikkeling van kinderen.”
Alom herkenbaarheid bij de anderen aan tafel. Selda Atli, leerkracht groep 5 van De Kerkuil vertelt: “Wij waren ook totaal verbijsterd over de onvoldoende. Het had een grote impact op het team. Sommige collega’s moesten huilen en wilden de handdoek in de ring gooien. We vroegen ons hardop af waar we het allemaal nog voor doen. Leerkrachten bij wie de inspectie in de klas was geweest, gingen twijfelen aan hun eigen kunnen. "Gelukkig drukte de directie ons op het hart dat onzekerheid daarover totaal onterecht was.”

Renate Kroon en Daphne Celie van De Nieuwe Draai kunnen er ook over meepraten - zij kregen bij het eerste inspectiebezoek een ‘zeer zwak’. “De eerste keer dat de inspectie bij ons kwam, zaten we nog in ons noodgebouw”, vertelt Renate. “Ons kindcentrum was net opgericht en we waren nog niet klaar om ze te ontvangen. We wisten dat er een kritische beoordeling zou volgen, maar voelden ons totaal niet gehoord. We werken volgens een vernieuwend ideaal dat we nog aan het uitrollen waren, en ik vond het pijnlijk dat de tijd en energie die we hierin hadden gestoken, niet gezien werd.”
Verbazing bij ouders
Na een kritisch rapport is het belangrijk om hier transparant over te zijn naar ouders, vinden alle afgevaardigden. “Onze directie heeft meteen een bericht gestuurd om te vertellen wat er speelde”, vertelt Marjolein. “Ouders waren verbaasd en reageerden bemoedigend. Uiteraard kregen we vragen, maar de meeste ouders zagen dat we dingen die minder meetbaar zijn, juist heel goed deden.”
Ook op De Kerkuil kwam er vooral steun vanuit de ouders. “Ze zijn over het algemeen heel tevreden over hoe kinderen les krijgen. We hebben de gelegenheid geboden om vragen te stellen over de beoordeling, maar er is bijna niemand geweest. De meesten zijn ervan overtuigd dat hun kind op zijn of haar plek zit bij ons.”

Berusting en motivatie
Na de eerste emotionele reacties volgden bij de drie kindcentra eerst berusting en vervolgens de motivatie om samen de schouders eronder te zetten.
“Op De Nieuwe Draai zijn wij, na de verhuizing naar ons splinternieuwe gebouw, aan de slag gegaan met post-its”, vertelt Daphne. “Elk punt uit het rapport werd op deze manier visueel gemaakt en er kwam een duidelijke route uit die we konden volgen. Die hing ook in de teamkamer, zodat iedereen wist waar we mee bezig waren.”
Ook op Het Kleurenorkest gingen de neuzen na de eerste schok dezelfde kant op, vertelt Daan. “Een kritische beoordeling kan uiteindelijk veel goeds brengen. Toen we na het tweede inspectiebezoek van een ‘zeer zwak’ een stapje omhoog zijn gegaan, hebben we dat gevierd met de leus ‘Hoera, een onvoldoende!’.”
“Wij zijn ook met het team om tafel gegaan en hebben de knop omgezet”, vertelt Mascha Vader, leerkracht van groep 4 op De Kerkuil.“Uiteindelijk was er een positieve sfeer, omdat we samen naar een voldoende konden streven. In juli is de inspectie weer geweest. Zo’n dag voelt alsof je weer op de PABO zit en er iemand komt kijken in de klas. We zijn blij dat het achter de rug is en hebben er vertrouwen in. Nu de beoordeling afwachten!”
Merkbare veranderingen
Concreet heeft het rapport van de inspectie op De Kerkuil flink wat veranderingen in gang gezet, vertelt Renske Genet, leerkracht van groep 7. “We organiseren onze documentatie veel beter en allemaal op dezelfde manier. We hebben een uitgebreide map gemaakt waarin de visie en de manier van werken uitgelegd staat. Dat is handig en overzichtelijk voor nieuwe starters en invallers. Ook werken we nu met een ‘vandaag-flap’ per vak. Zo zie je in één oogopslag waar een kind staat en welke onderdelen nog aandacht vragen. Het is een gigantisch verschil met hoe het was.”

Het Kleurenorkest heeft nieuwe lesmethodes aangeschaft, vertelt Marjolein. “Ook is er meer eenheid in de school. We zijn als leerkrachten kritischer op ons eigen handelen en gaan regelmatig bij elkaar kijken om inspiratie op te doen. Iedereen is wel ergens goed in, dus we leren van elkaar en zetten onze talenten beter in.”
Bij De Nieuwe Draai heeft het team gekozen om een leerlingvolgsysteem in te voeren en zijn ze van drie overgangsmomenten per jaar (dat toch wat onrust veroorzaakte) naar twee gegaan, legt Renate uit. “Elke verandering hebben we benaderd en omarmd vanuit onze kernwaarden.” En dat wierp zijn vruchten af, vult Daphne aan. “Na het tweede bezoek kregen we een voldoende! Dit hebben we volop gevierd. En, ik geef toe: zonder die eerste beoordeling zouden we niet staan waar we nu staan.”
Al met al zijn de afgevaardigden van de drie kindcentra het erover eens: een kritisch rapport van de inspectie is een emotionele achtbaan, maar je komt er samen sterker uit. “Het was prettig dat het bestuur van Blosse altijd achter de kindcentra is blijven staan”, besluit Renate. “Remco en Jeanette stelden de directies van de kindcentra gerust en dat brachten zij weer over op ons als team. We hebben gevoeld dat ze in ons bleven geloven.”