Ook dit jaar bood Blosse medewerkers de gelegenheid om de horizon te verbreden en te gaan kijken in het buitenland hoe onderwijs en opvang daar geregeld is. Een reis om inspiratie op te doen en vernieuwing mee te nemen naar de eigen locatie of afdeling op het servicebureau.
Deze reizen passen in onze missie om het elke dag beter te willen doen voor de kinderen. We staan aan de voet van een nieuwe wereld en willen deze zelf verkennen. Een reis naar een land ver van het onze, met andere regels, systemen en oplossingen voor kansengelijkheid, meer inclusie of een betere kwaliteit kunnen ons de inzichten opleveren die we goed kunnen gebruiken in onze zoektocht. Deze collega’s gingen het avontuur aan. Wat namen zij mee terug naar Blosse?

Inclusie als norm in Lissabon
Saskia van Tooren (Reflector) onderzocht het inclusieve onderwijssysteem in Lissabon
Hoe werkt het onderwijssysteem in Portugal? Wat is de visie op inclusiviteit en hoe implementeren ze dat? Met die vragen vertrokken Saskia van Tooren van Reflector en een groepje Blosse-collega’s naar Lissabon.
In Portugal gaan kinderen van hun tweede tot hun achttiende binnen één cluster van onderwijs naar school: van preschool via primary school naar secondary school. “Een cluster bestaat soms wel uit 3.000 leerlingen, verdeeld over meerdere schoolgebouwen”, vertelt Saskia. “Speciaal onderwijs bestaat eigenlijk niet. Er zijn interne specialisten voor special needs. Als er iets geconstateerd wordt bij een kind, ligt er binnen een maand een uitvoerbaar plan, waar ook de ouders bij betrokken zijn.”
Er zijn drie ‘niveaus’ van extra hulp. “In niveau 1 hebben kinderen bijvoorbeeld dyslexie, adhd, autisme of dyscalculie en zo loopt dat op naar de grootste zorgvraag op niveau 3. Als er in een klas een kind zit met speciale behoeften op niveau 2 of 3, mag de groep uit maximaal 21 leerlingen bestaan, dat is zowel voor de kinderen als de leerkracht prettig.”
Inclusie is in Portugal volledig omarmd: het is de norm geworden. “Ze doen het samen en hebben collectief de juiste mindset om het te laten slagen. Er is heel veel liefde voor alle kinderen en iedereen helpt elkaar. Er zijn nauwelijks gedragsproblemen en kinderen met een beperking doen met alles mee.”
Er zijn schoolassistenten met een bijzondere functie. Zij voeren taken van conciërges uit, maar zijn ook voor ieder kind aanspreekbaar. “Als de assistenten zien dat kinderen iets nodig hebben, staan ze voor hen klaar - ook als dat ‘simpelweg’ een knuffel of high five is. De assistenten zorgen voor de verbinding in de school en bieden veiligheid.”
Kinderen op scholen in Portugal zijn heel sociaal. “Ze hadden minder speelgoed dan bij ons, maar ze waren heel lief en hadden lol. Ze deden dansjes, lachten veel en waren nieuwsgierig naar ons. Er is ook een buddysysteem waarin kinderen elkaar helpen - gevraagd en ongevraagd.”
De leerkrachten, specialisten en zorgverleners zijn samen verantwoordelijk voor elk kind. “Zij vormen één team en werken ook zo. In Portugal is extra hulp zó geregeld, bij ons loopt er veel via de gemeente, waardoor het langer duurt. Er ligt een uitdaging voor ons in Nederland om de aanvraag van begeleiding en hulp voor kinderen soepeler te laten verlopen. De wens is er in ieder geval, ook bij ons op Reflector.”

Het verhaal centraal: op naar Dublin
Patricia Groot (De Regenboog) zette koers naar ‘de hoofdstad van het lezen’ Dublin
‘Tussen de pagina’s van een boek is een schitterende plek om te verblijven.’ Deze quote van auteur Wafa Tarnowska is voor Patricia Groot, adjunct-directeur op De Regenboog, een motto geworden. En daarom zette ze - samen met 18 Blosse-collega’s - koers naar de ‘hoofdstad van het lezen’: Dublin.
De Regenboog is een school voor nieuwkomers, waar kinderen taalonderwijs krijgen tot zij naar een reguliere basisschool kunnen. “Vanuit mijn liefde voor taal ben ik in januari 2024 het Taallab gestart, een ontmoetingsplek voor specialisten en enthousiastelingen op het gebied van taal en lezen. Al snel ontstond de wens om op studiereis naar Dublin te gaan en ons te verdiepen in hoe zij daar het leesonderwijs aanpakken.”
Zo gezegd, zo gedaan. De groep bezocht Trinity College (met The Book of Kells) en was te gast bij de Teacher Academy, drie verschillende scholen en een bibliotheek. Wat bleek? In Ierland is lezen de normaalste zaak van de wereld, vertelt Patricia. “Ze hebben geen wondermiddel of magische truc, kinderen groeien er ‘gewoon’ mee op. Toen wij er waren, was het World Book Day. Kinderen krijgen dan een voucher, waarmee zij een boek mogen uitkiezen bij een boekwinkel. Lezen is op die manier voor elk kind toegankelijk - zelfs thuis.”
Wat ook opviel, is dat scholen minder intensief met methodes werken dan in Nederland. “Ze bedenken zelf heel veel thema’s en lessen, waar het leesonderwijs in verweven is. Lezen doen ze niet alleen individueel, maar ook klassikaal: er ligt een stapeltje exemplaren van een boek bij elk groepje op tafel. Doordat ze in de klas samen lezen, komen kinderen in aanraking met prachtige nieuwe woorden. Dat ondersteunt hun taalkennis en de verhalen zijn een verrijking van hun wereld.”
Tijdens het lezen gaat de klas in gesprek over onderwerpen die aan bod komen in het verhaal, maar ook op sociaal vlak halen ze er veel uit. “Kinderen identificeren zich met de karakters en praten over hoe zij handelen.”
Wat was de belangrijkste ‘les’ van de trip naar Ierland? Daar hoeft Patricia geen moment over na te denken. “Dat boeken een veel belangrijkere positie mogen innemen in het onderwijs in Nederland. De meerwaarde van zo’n reis is dat je met een groep enthousiastelingen diep in een onderwerp kunt duiken - je hebt er écht even tijd voor. We hebben er enorm van genoten en brainstormen nu in het Taallab over welke lessen uit Dublin we op onze kindcentra gaan implementeren. De eerste stap voor een samenwerking met de bibliotheek is al gezet.”

Reggio Emilia laat kinderen in hun creatieve waarde
Robin van Wieringen (De Komeet) ging op ontdekkingsreis in Reggio Emilia
In opvangland is Reggio Emilia wereldberoemd. Maar wat is er nu zo speciaal aan het systeem? Wat is er anders dan in Nederland? Dat ontdekte Robin van Wieringen, pedagogisch medewerker in een verticale groep van0-4 jaar bij De Komeet, samen met een groepje Blosse-collega’s.
De reis begon informatief, vertelt Robin. “We bezochten het Reggio Emilia-museum en kregen uitgebreide uitleg over hoe het systeem werkt, zodat we meteen een goed beeld hadden van wat wij tijdens de reis zouden zien op de kindcentra.”
En zo geschiedde. Bij het eerste kindcentrum krijgen zij alle ruimte om mee te kijken, in alle groepen te observeren en vragen hoe de pedagogisch medewerkers de dag draaien. “Het viel mij op dat er veel structuur was. Ook de kleintjes bleven in een kring zitten - eventueel op de grond. Het speelgoed was heel netjes gesorteerd."
Als de kinderen knutselen, doen ze dat in ateliers - aparte ruimtes die daar speciaal voor ingericht zijn. “Zo kunnen ze alle materialenlaten liggen en de volgende dag verder waar ze gebleven waren. Ze hoeven het creatieve proces niet te doorbreken om op te ruimen - zoals bij ons helaas wel het geval is.”
In een ander kindcentrum kregen kinderen Engelse les en vonden veel gesprekken ook in het Engels plaats, vertelt Robin. “Bij een fruithapje gingen ze benoemen welke fruitsoorten het waren en Engelse liedjes zingen.”
Op de laatste dag stond het recyclecenter op het programma. “Dat is een plek waar alle kindcentra materialen mogen ophalen voor in de klas- met name voor knutselen en thema-onderwijs. Het was een grote ‘winkel’ met spullen die gedoneerd worden door bedrijven uit de regio. Heel mooi om te zien hoe dat werkt en organisaties hun steentje bijdragen aan het onderwijs.”
Het grootste verschil met opvang en onderwijs in Nederland vindt Robin de manier en mate van sturing. “Er is gedurende de dag meer structuur dan bij ons, maar ze worden actief aangemoedigd om zelf dingen te ontdekken en daarbij altijd in hun creatieve waarde gelaten. Als zij een plant gaan schilderen of knutselen, zetten ze die in het midden op tafel in het atelier en laten ze de kinderen zelf beslissen hoe zij dit verder aanpakken. We willen op De Komeet ook een atelier creëren, waar kinderen kunnen experimenteren met verschillende materialen. We stellen de werkjes dan ook tentoon, zodat ouders die altijd kunnen bewonderen.”
Het is prachtig om te zien hoe de inspiratie die tijdens deze reizen wordt opgedaan daadwerkelijk tot uiting komt op de locaties. Niet iedereen kan of wil fysiek deelnemen aan de reizen, maar het is geweldig om te zien hoeveel kinderen en professionals profiteren van de ideeën en inspiratie die worden meegebracht. Bovendien mogen we het verbindende effect van samen op reis gaan niet onderschatten; het versterkt de banden tussen de collega’s opeen hele waardevolle manier.